Ik ben een alleenstaande moeder. Als ik dat zeg, word er vaak met een soort van medelijden gereageerd. Zo voel ik dat totaal niet. Natuurlijk ga je er niet van uit dat als je trouwt, je er op een dag alleen voor staat, maar het gebeurde toch. Ik ben compleet met mijn jongens. En als ik situaties om me heen hoor, ben ik weleens opgelucht dat ik alleen ben. Misschien is het traditionele gezinsleven gewoon niet iets voor mij.
De eerste keer dat ik er alleen voor kwam te staan, was ik vrij snel weer op de been. Natuurlijk had ik verdriet, maar dit was omdat ik mijn zoon voor mijn gevoel geen compleet gezin kon geven. Ik had snel een woning, dat scheelde een hoop. Een paar maanden na de breuk ging ik met een vriend op stap. Na de avond hebben we lang op de parkeerplaats op de stoeprand gezeten. Waar het gesprek over ging weet ik niet eens meer, maar het opende iets in me. Toen ik naar huis reed, leek het of er een gewicht van mijn schouders viel. Ik zag de voordelen: er is niemand die thuis op me wacht, niemand aan wie ik verantwoording hoef af te leggen. Als ik de hele dag in bed wil liggen, kan dat. Als ik wil zingen onder de douche, heeft niemand er last van. Als ik wil shoppen tot ik erbij neer val, is er niemand die er iets van zegt. Ik kan gaan en staan waar ik wil, zonder verantwoording af te hoeven leggen.
En wát voor een gevoel was dat. Het alleen zijn was wennen in de weekenden, maar dat leerde ik. In het begin plande ik van begin tot eind zo veel mogelijk in, om maar zo weinig mogelijk thuis te zijn. Maar na een paar maanden stopte ik daarmee. Ik kon makkelijker alleen thuis zijn. Het voelde als me-time. Ik begon mijn creativiteit weer te stimuleren, mijn huis te veranderen, te werken aan mijn gezondheid. Ergens voelde het ook “gevaarlijk” dat ik me zo goed voelde als ik alleen was, want dat betekende dat ik helemaal niemand nodig had. Toch ging ik een paar jaar later op date, en de eerste echt leuke date (geloof me, er waren er een paar voor die echt verschrikkelijk waren) werd uiteindelijk mijn man en de vader van mijn tweede zoon. Ik geloofde er weer in, het kon nog steeds, dat gezinnetje waar ik ooit van droomde.
We zijn 8 jaar verder, ik ben gescheiden, heb (eindelijk) een eigen woning, een eigen bedrijf. Mijn kinderen komen niets te kort, ik voel me goed. Toch krijg ik regelmatig de vraag: “Heb je een vriend, of ga je weleens daten?”. Nou, nee. Ik weet heel goed wat ik wel en niet wil. Niet samenwonen, niet trouwen en geen baby’s. En ergens wil ik iemand anders ook niet opzadelen met mijn rugzakje. Een man zei ooit tegen mij dat ik die keuze niet voor hem hoef te maken, dat iemand die echt bij mij wil zijn, dit zal accepteren. Maar eerlijk, als ik op mijn kindloze zaterdag heb gewerkt, boodschappen heb gedaan en mijn huis heb opgeruimd, ben ik blij dat ik de avond even voor mezelf heb. Dat ik sushi kan bestellen en mijn favoriete serie in bed kan kijken. Of dat ik naar mijn vrienden kan, en daar lekker bij kan kletsen in een ongedwongen sfeer. Dat is mijn oplaad-moment. Ik spreek vaak meiden die in hetzelfde schuitje zitten en zij merken hetzelfde op: wat wij zoeken, is bijna niet te vinden. Een man met waardes, met respect, loyaal, zelfstandig. Een man die ons accepteert voor wie we zijn. We zorgen zelf voor onze kinderen, onderdak en inkomen. Een relatie zou een aanvulling zijn, maar niet hetgeen waar onze wereld om draait. Ik zeg niet dat een relatie er nooit meer in zit, maar de traditionele manier is, denk ik, “not for me”.
Comments